Veilig rijden

Veilig rijden met de Vespa, iedereen kan het leren! Hier vind je info over de nodige documenten en kledij, controles voor vertrek, je plaats op de weg en de rijtechnieken voor remmen, sturen en bochten, die uw rijplezier én veiligheid aanzienlijk verbeteren. Enkele eenvoudige handelingen en je rijtechnieken onderhouden zorgt ervoor dat je veel geld bespaart en vooral gezond en wel thuis raakt.

Onderwerpen: rijbewijs en uitrusting, controles, plaats op de weg, remmen, sturen, bochten, rijden in groep, video's, ehbo ( = omhoog)

Opgelet! VC Beringen is niet verantwoordelijk voor fouten, onnauwkeurigheden of wijzigingen in de belgische wegcode (wetgeving d.d. 2019). De meest recente regels en wetten vindt u steeds op www.wegcode.be.


WAAROM RIJTECHNIEKEN LEREN?

Tevreden met je rijvaardigheden, dus waarom dan nog specifiek rem- stuur- en bochtentechniek aanleren? Zonder de juiste rijtechnieken kan je zonder problemen rondrijden, maar verkeer is zelden zonder problemen. Jij zoekt het gevaar niet op? Het gevaar komt helaas wel eens naar jou.

Gaat een auto vlak voor je in de remmen, ligt er een stuk hout op de baan, steekt een fietser plots over, of is een bocht scherper dan je dacht, wat ga je dan doen? Om de juiste beslissing te nemen en ongeval te vermijden moet je de juiste rijtechniek kennen. Maar die had jij niet nodig... tot het zover is.

Bij een noodsituatie, en dat overkomt iedereen meer dan eens, is het te laat om te leren. Meestal heb je dan een verkeerde, zelfs gevaarlijke reactie. Heb je nooit een noodstop geleerd en onderhouden, dan zal je nooit op een veilige en gecontroleerde manier zeer snel kunnen stoppen. Heel snel uitwijken of een bocht corrigeren is onmogelijk zonder de juiste stuurtechniek. Oefen je dit regelmatig, dan neemt je techniek en instinct het over. Bovendien krijg je meer rijplezier en zelfvertrouwen.

DE RIJTECHNIEKEN KENNEN EN ONDERHOUDEN ZAL UW RISICO OP ONGEVAL STERK VERMINDEREN

Leer dus vooral de juiste technieken voor remmen, sturen en bochten, en pas die élke rit toe. Oefenen kan gewoon op straat tijdens het rijden. Bijvoorbeeld regelmatig vlot slalommen rond putdeksels, elke rit een paar keer snel tot stilstand remmen, enzovoort. Zo kweek je muscle memory. Net zoals je veters bindt zonder kijken of nadenken (wat nochtans complex is) kan je ook in een noodsituatie de juiste rijtechniek instinctief toepassen zonder kijken of nadenken, als je die rijtechniek tenminste altijd gebruikt en oefent. Je kunt ook wachten tot je ze nodig hebt... en dan maar hopen dat je het overleeft. Aan u de keuze.

De motorrijder is in 35% van de ongevallen de enige partij, m.a.w. door eigen fouten. De rijtechnieken beheersen verlaagt het ongevalsrisico drastisch. Wanneer er een andere weggebruiker betrokken is, dan heeft 54% van hen de motorrijder niet gezien. Goed zichtbaar zijn door de juiste positie op de baan in te nemen is dus belangrijk. (bron statistieken). Lees sowieso EHBO voor motorrijders zodat je weet wat moet en niet mag doen bij een ongeval.


HET RIJBEWIJS EN UITRUSTING IN BELGIË

Jij en je eventuele passagier moeten op de motor beschermende kledij dragen. Deze bestaat uit een valhelm met keurmerk ECE, handschoenen, een jas met lange mouwen (geen hemd of shirt met lange mouwen), een lange broek of overall en laarzen of bottines die de enkels beschermen (KB 01/12/1975 art 36). Je bent ook verplicht om een fluo hesje te gebruiken wanneer je pech hebt op een plaats waar parkeren verboden is (autowegen, autosnelwegen...). Ideaal is een degelijk fluo vestje met ritssluiting en elastische zijkant (flappert niet) dat je altijd kunt gebruiken in het donker en bij slecht weer (bijvoorbeeld Oxford Active 3M Slimfit). Je dient ook steeds in het bezit te zijn van je identiteitskaart, een geldig rijbewijs, kentekenpapieren en verzekeringsbewijs (groene kaart).

Maar welk rijbewijs heb je nu in België  - minstens - nodig voor je Vespa motorscooter (125-300cc)?

De kleine lettertjes.
Rijbewijs A1 (≤ 125cc/11kW/15pk): LX, Sprint, Primavera, PX125, GTS125.
Rijbewijs A2 (≤ 35kW/47pk): PX150, PX200, GT200, GTS250, GTS 300.
Rijbewijs A (> 35kW/47pk of > 0.2kW per Kg) alle categorieën motoren.

Mits bepaalde voorwaarden kan een rijbewijs B volstaan voor het rijden met een motorfiets van maximum 125cc. We zetten de voorwaarden nog even op een rijtje (wetgeving d.d. 2018):

  • Als je het auto-rijbewijs B na 1 mei 2011 behaald hebt, mag je na 2 jaar een motorfiets klasse A1 (maximaal 125cc/11kW/15pk) besturen indien je minimaal 4 uur praktijkopleiding in een rijschool hebt gevolgd. Je moet echter geen theorie- of praktijkexamen afleggen. Als je het rijbewijs B vóór 1 mei 2011 behaald hebt, ben je niet verplicht een opleiding te volgen. In beide gevallen heb je dan geen echt rijbewijs A1 maar mag je met het rijbewijs B enkel in België een motorfiets klasse A1 besturen. In het buitenland heb je echter effectief een motorrijbewijs klasse A1, A2 of A nodig, al naargelang waarmee u rijdt, en erkent men het rijbewijs B niet om met een motorfiets te rijden!
  • Als je het rijbewijs B behaald hebt vóór 1 Jan 1989 heb je automatisch ook effectief het rijbewijs klasse A1, A2 en A, zonder beperking van cilinderinhoud of vermogen. Een training in rijtechnieken of opfrissing is echter een aanrader.
  • Heb je geen rijbewijs B of wil je met een zwaardere categorie rijden dan je huidige rijbewijs toelaat, dan moet je een rijopleiding A1, A2 of A volgen en het vereiste rijbewijs behalen. Zo'n opleiding brengt je onmisbare rijtechnieken bij.

Meer details over motorrijbewijzen op Moto.be waar je ook een kort overzicht van de wetgeving en wegcode voor motorrijders vindt. In het buitenland gelden dikwijls andere regels en moet je soms extra items meenemen zoals een reservebril, geel hesje of EHBO kit. Een goede samenvatting vind je op de site van MAG. Meer over rijbewijs en wegcode in de wet vind je op onze Links pagina.

Ben je van plan een occasie Vespa te kopen, lees dan eerst de Tips voor aankoop tweedehands Vespa.

Iedere eigenaar van een nieuwe of tweedehands motorfiets met meer dan 50cc betaalt éénmalig € 61,50 belasting op inverkeerstelling (BIV), ook wel inschrijvingstaks genoemd. Voor de nummerplaat betaal je € 30,00 cash aan de postbode of met bancontact in postkantoor of PostPunt. Voor een motorfiets met meer dan 250cc (GTS300) betaal je bovendien jaarlijkse € 58,08 verkeersbelasting. Voor motoren tot 250cc betaal je geen verkeersbelasting (bedragen voor 2019).

Verzekering van je Vespa voor burgerlijke aansprakelijkheid (BA) mét rechtsbijstand (RB) kost je per jaar zo'n € 100,00 voor een 125cc tot € 140,00 voor een 300cc. Wil je daar Assistance voor Europa bij, dan betaal je ongeveer € 65,00 extra. De prijs kan variëren naargelang andere voertuigen die je bij je makelaar verzekerde. Omnium voor een Vespa is, net als bij alle motorfietsen, zéér duur vanwege het hogere schaderisico. Sommige verzekeringen bieden omnium zelfs helemaal niet aan, en anderen hebben speciale polissen op maat, maar duur zijn ze altijd.

De vereiste kledij is een wettelijk minimum maar het loont echt om te investeren in goede motorkledij. Of je nu met een Vespa of een Kawasaki Z1000 aan 80 km/h tegen de vlakte gaat is net hetzelfde. Zelfs een val aan lage snelheid kan makkelijk heel wat vel strippen en complexe breuken aan schouder of elleboog veroorzaken. Een jas met elleboog- en schouderprotectoren en een kevlar broek kunnen veel leed voorkomen. Lichte handschoenen van dun leer of stof zijn natuurlijk geen alternatief stevige voor degelijke handschoenen met protectoren voor de handpalm. Een gebroken enkel is een typische kwetsuur wanneer je op je zij valt, in een reflex je voet neerzet, en de enkel knelt tussen het asfalt en de bodem van je Vespa. Motorschoeisel biedt dan meer weerstand.

Bespaar nooit op je helm. Voor minder dan € 100 heb je al een helm, maar voor een degelijke en comfortabele helm betaal je al gauw tussen € 150 en € 300. De open Jet-helm is populair bij scooters maar weet dat je altijd plat op je gezicht eindigt en nooit de tijd en reflex hebt om dat te verhinderen (YouTube staat er vol van). Aan u de keuze qua prioriteiten.

Ieder zijn meug bij Blauer
Er is allerlei leuke, stijlvolle en hippe beschermende kledij voor op de Vespa. Neem maar eens een kijkje in de collecties van de Belgische firma Richa of het hippe Blauer. Let er steeds op dat alle nodige protectoren aanwezig zijn.

Ieder moet het risico en nodige kledij zelf afwegen, maar snel gaan we allemaal. Het enige qua veiligheid dat wij dan echt zelf in de hand hebben is onze kledij. Denk eraan, er zijn maar twee soorten motorrijders: zij die al gevallen zijn, en zij die nog gaan vallen. We maken het allemaal ooit mee. Lees daarom zeker EHBO voor motorrijders, zodat je weet wat te doen als je getuige bent van een ongeval.

Meer over motorkledij op Moto.be. Daar vind je ook een interessante folder met tips.


EEN GOEDE START
Zien en gezien worden, ook achteraan!
Veilig rijden begint met veilig vertrekken! Ga je met de club rijden, lees dan eerst hoe je moet rijden in groep. Controleer vòòr elke rit alle verlichting voor en achter, maar vooral pinkers en je remlicht. Geen remlicht en ze rijden zo achteraan op je in. Zien en gezien worden is van levensbelang voor alle motorrijders! Zorg ook dat je spiegels goed staan voor je vertrekt.

Controleer regelmatig de banden op beschadigingen en kijk de bandendruk na. Meet de bandendruk altijd bij koude banden! De juiste druk van voorband en achterband (niet hetzelfde) staan vermeld in je handleiding, en verschilt naargelang het type Vespa (tip: noteer dit op een klevertje in je handschoenvak). Weet dat de bandendruk op een maand tot wel 0,5 bar kan zakken, wat al gauw 25% drukverlies betekent, met alle gevolgen voor de stabiliteit.

Voor nog geen 15 euro heb je een kleine digitale bandendrukmeter die je makkelijk kwijt kunt in je Vespa. Je kunt een fiets-voetpomp gebruiken die een adapter heeft voor moto en auto-ventielen (op letten bij aankoop) maar weet dat het metertje op zo'n fietspomp meestal heel onnauwkeurig is. Dus altijd na oppompen checken met een digitale meter. Even lang het tankstation is natuurlijk ook makkelijk.

Check bij  de moderne Vespa's regelmatig, maar ook voor elke lange rit, het peil van motorolie (opzij van de motor) en de transmissieolie (tandwielkast aan achterwiel). Om het peil correct te meten verwijder je de meetstaaf, veeg hem droog, draai hem weer volledig in, en dan terug uit om te controleren. Draai je hem niet volledig in, dan lijkt het alsof het peil veel te laag is en ga je te veel olie toevoegen! Vul zeker niet te veel bij, want dit kan net zo goed de motor beschadigen. Vergeet bij de GTS zeker de het peil van de koelvloeistof niet. Het reservoir voor koelmiddel zit onder het zwarte deksel aan je rechterknie, vlak onder het stuur (zie deze video). Opletten bij warme motor

Om de remolie is te controleren hebben sommige types Vespa een controlevenstertje in de voorkant van de stuurbehuizing, en bij andere moet je een klein kapje verwijderen onderaan de spiegels. Indien er geen lekken zijn en het peil stabiel blijft is een controle om de paar maanden voldoende. Zorg wel dat je rem stevig dichtgeknepen niet dichter dan 1 cm van de handgreep komt.

Kijk ook regelmatig na of er nergens lekken zijn. Een moderne Vespa hoort van geen enkele vloeistof een druppel te verliezen. Is dat wel zo, dan dient dit nagezien en hersteld te worden.  Een lek aan een remleiding kan je leven kosten, en het juiste oliepeil en koelmiddel besparen je een nieuw motorblok.

Meer tips vind je op onze techniek pagina.


JE PLAATS OP DE RIJWEG

Voor motorrijders gelden er andere verkeersregels dan voor auto's, bromfietsers of fietsers als het gaat over zijn plaats op de rijweg. De motorrijder is een volwaardig gebruiker van de rijbaan, en is in tegenstelling tot auto's, fietsers en bromfietsers niet verplicht zo rechts als mogelijk te rijden. Een motorrijder mag zijn rijvak over de hele breedte gebruiken en er - omzichtig - in heen en weer bewegen, bijvoorbeeld om putten, olie of obstakels te ontwijken. Als motorrijder ben je niet verplicht om opzij te gaan als een auto wil voorbijsteken maar je mag dit natuurlijk even doen als je dit zelf veilig acht. Wijk echter nooit naar links uit als een auto reeds aan een inhaalmanoeuvre bezig is (zie ook verkeerswet).

Laat je zien!
Je ideale plek is op twee-derde links in je rijvak. Je bent dan goed zichtbaar voor andere weggebruikers en verhoogt zo ook je eigen zicht op het verkeer. Rij je uiterst rechts, en zeker met een motorscooter, dan denken veel autobestuurders dat je een bromfietser bent en je aan de kant moet blijven. Iedereen zal langs je voorbij rijden, wat gevaarlijk is. Blijf links in je rijvak zodat de auto's voorbij steken op het andere rijvak en jou ruimte laten, zoals voorzien.

Uiterst rechts rijden langs geparkeerde auto's is zeer gevaarlijk. Een deur die plots open zwaait, een voetganger die van tussen de auto's de straat oversteekt, een bestuurder die de baan op komt om in te stappen, een auto die uit een parking draait. Het gebeurt dikwijls. Rij je links in je rijvak, dan zie je ook eerder de richtingaanwijzer van een auto die in een rij auto's staat geparkeerd en wil vertrekken. Neem voor je eigen veiligheid je rechtmatige positie twee-derde links van je rijvak in!

Uiterst rechts in je rijvak rijden is meestal onverstandig en onveilig!

Bij het naderen van een kruispunt of zijstraat aan je rechterkant is de ideale positie in het linkerdeel van je rijvak. Zo heb je een beter zicht op het verkeer dat van rechts komt. Wie van rechts komt ziet jou trouwens ook eerder als je links op je rijvak aankomt. Zo kunnen jullie beiden eerder reageren. Veel onzekere motorrijders gaan uiterst rechts rijden en denken zo veiliger "uit de weg" te zijn, maar zijn dan net minder zichtbaar. De automobilist in de zijstraat ziet je dan pas op het allerlaatste moment.

Er zijn enkele uitzondering. Wanneer je in bebouwde gebied op een weg rijdt met enkel een linkse zijstraat, dan zwenk je tijdelijk naar rechts. De bestuurder in die linkse zijstraat kan jou dan eerder zien, zodat hij niet plots de straat oversteekt en zo voor je in draait. Ook wanneer een grote vrachtwagen uit de tegengestelde richting komt kan je beter tijdelijk rechts rijden. Hierdoor ben je eerder zichtbaar voor de auto's die net achter die vrachtwagen rijden en vermijd je dat een autobestuurder de vrachtwagen gaat inhalen. Nadat je de zijstraat voorbij bent of de vrachtwagen gepasseerd is kan je terug naar je rechtmatige plek in je rijvak.

Als motorrijder word je dikwijls helemaal niet opgemerkt door automobilisten en is defensief rijden essentieel. Het grootste risico zijn auto's die net voor je in draaien. Meestal doen ze dit niet bewust maar zien je gewoon niet. Het schijnt iets psychologisch te zijn met foute perceptie van gevaar. Rij daarom altijd alsof je voor andere weggebruikers onzichtbaar bent, want meestal is het ook zo!

Een witte of rode helm en opvallend gekleurde vest maken je zichtbaarder. Draag ’s nachts en bij slecht weer steeds een degelijk retro-reflecterende vest (bijvoorbeeld Oxford Active 3M Slimfit). Als je twijfelt of een weggebruiker je wel ziet aankomen kan je zachtjes heen en weer te zwalpen in je rijvak om zijn aandacht te trekken. Je heen en weer bewegend voorlicht valt meer op dan een voorlicht dat mooi rechtdoor gaat en daardoor niet lijkt te bewegen voor de weggebruiker verderop.

Je richtingaanwijzers gebruiken is belangrijk, maar weet dat er ook een addertje onder het gras schuilt! Als je je rechtse richtingaanwijzer vergeet uit te schakelen dan denkt de autobestuurder in de eerstvolgende rechtse straat dat je wil afslaan, en rijdt zomaar voor je in. Je richtingaanwijzers uit doen is net zo belangrijk dan ze aandoen. Er bestaan hulpmiddelen zoals piepers en klikkers om het niet te vergeten.

Belangrijk! Als je stopt achter een voertuig aan een kruispunt, ergens op de weg of in een file, hou dan altijd in je spiegels het achterop komende verkeer in de gaten. Stop ook nooit zomaar vlak achter een auto en ga niet in het midden van je rijvak staan.

Stop altijd minstens 2 meter achter auto's of vrachtwagens
en in het linker- of rechterdeel van je rijvak, naargelang langs waar je weg kunt

Merk je dat een achterop komende bestuurder jou niet heeft gezien, dan kan je nog snel uitwijken langs het voertuig dat voor je staat. Sta je vlak achter een voertuig en in het midden, dan raak je nooit op tijd weg en word je bij een aanrijding geklemd tussen de twee voertuigen. Sta je stil en zie je een voertuig achter je naderen, maak dan dat je opvalt door met de achterrem je stoplicht te laten knipperen.

VIAS (vroeger BIVV) publiceerde een interessante brochure over motorrijders op de weg.


MANOEUVREREN BIJ LAGE SNELHEID

Moderne Vespa's met automatische variabele transmissie zijn vinnige beestjes. Manoeuvreren tegen lage snelheid, zoals bij parkeren, omdraaien en achteruit manoeuvreren kan dan snel ongewild uit de hand lopen. Een beetje te veel gas en je Vespa schiet vooruit. Je lichaam helt dan ongewild achteruit waardoor je nog eens extra aan de gashendel trekt. En weg ben je, met alle gevolgen van dien.

Er is een echter zeer eenvoudige methode om te vermijden dat je in die gevaarlijke spiraal raakt: houd de linkse rem (achterrem) bij trage manoeuvres altijd zacht ingedrukt. Zo vermijd je het plots doorschieten van je Vespa (deze tip is natuurlijk niet van toepassing op de oude Vespa's of PX met versnellingen en koppeling).


DE JUISTE REMTECHNIEK

Remtechniek is een ondergewaardeerde kunst die dikwijls fout toegepast wordt maar gelukkig eenvoudig aan te leren is. Een welbekende maar helaas foute raad is om enkel je achterrem te gebruiken. Je kan er inderdaad niet veel fout mee doen, maar helaas ook niet veel goeds. De achterrem zorgt voor amper 20 procent van je totale remkracht. De voorrem is goed voor 80 procent van de remkracht. Dit verschil zorgt ervoor dat je ergens op in rijd of op tijd stopt.

Remafstanden motorfiets (klik om te vergroten)
Rechts vind je de gemiddelde remafstanden. De totale afstand omvat de reactietijd (de afstand die je aflegt voor je effectief remt) en de remafstand (hoe snel de motorfiets kan stoppen). Hoewel een zeer korte reactietijd werd gebruikt zijn alleen al de afgelegde afstanden voor je begint met remmen indrukwekkend. Jij remt korter als je dit zelf test? Dat is omdat je weet vanwaar je moet beginnen remmen en je reactietijd dus nul seconden is, waardoor je vele meters foefelt.

De juiste remtechniek gebruiken en onderhouden is dus letterlijk van levensbelang.

De juiste rem

De achterrem (linkse hendel, uitgezonderd oude Vespa's) is ideaal om te vertragen en te stabiliseren maar heeft zeer beperkte remkracht. Bovendien zal het wiel bij krachtig remmen snel slippen omdat het wiel getrokken word, de achterkant van de Vespa omhoog gaat en druk op de weg verminderd. Anderzijds is een slip van het achterwiel vrij goed te controleren, maar zo'n slip verlengt de remafstand aanzienlijk.

De voorrem (rechtse hendel) is zeer effectief om te remmen en snel te stoppen. Bij het remmen verplaatst het gewicht zich naar het voorwiel, drukt de vering in en drukt dus ook de voorband vaster op het wegdek. Daardoor is het mogelijk om vier keer krachtiger te remmen dan met de achterrem. Slippen met het voorwiel zal altijd eindigen in een val, tenzij je ABS hebt. Daarom dien je steeds gecontroleerd te remmen en de voorrem niet of zeer voorzichtig te gebruiken bij een nat of vuil wegdek.

Progressief remmen

De voorrem is een krachtpatser
Om de maximale remkracht veilig uit de voorrem te krijgen moeten we progressief remmen. Als je bij een noodstop zeer snel en krachtig remt krijgt de voorband geen kans om op het asfalt te drukken en heb je veel kans om onderuit te gaan.

Daarom rem je progressief met de voorrem. Dat doe je door je remkracht - lees knijpkracht - geleidelijk op te bouwen in zo'n twee a drie seconden. Hierdoor krijgt de band de tijd om maximale druk en wrijving te creëren.

Gebruik en oefen deze techniek regelmatig zodat je bij een noodstop instinctief correct kunt remmen. Met wat training kan je op een recht stuk de remkracht doseren tot op de grens dat de voorband net begint te tjirpen, maar zo ver hoef je echt niet te gaan om zeer snel te stoppen.

Is het nu voor of achter?

De achterrem volstaat om langzaam tot stilstand te komen of te vertragen, maar om de reflexen erin te houden en klaar te zijn voor iedere opduikende situatie gebruik je best altijd beide remmen. Maar is dat niet moeilijk te combineren? Nee, je concentreert je steeds volledig op de voorrem en drukt de achterrem iets minder krachtig in. Mocht het achterwiel slippen dan is dit niet zo erg (het achterwiel volgt) dan plots vol in de voorrem gaan en onderuit schuiven.

Moet je dan niet bang zijn om de voorrem te gebruiken? Nee, want de voordelen van de voorrem wegen veel meer door dan de risico's. Maar zoals met alle dingen baart oefening kunst. Gebruik de techniek bij elke rit en rem af en toe eens wat krachtiger tot stilstand. Naarmate je meer oefent krijg je meer vertrouwen en kan je de remmen beter gebruiken. Muscle memory werkt!

Handen af!

Bij een nat of vuil wegdek pas je je snelheid sowieso altijd aan. Heb je ABS (antiblokkeersysteem) op het voorwiel dan kan je de voorrem zonder meer gebruiken. Heb je geen ABS dan is het gebruik van de voorrem in zulke omstandigheden riskant, en bij stevig remmen ronduit gevaarlijk. Pas dan je de snelheid aan en voorzie je een veel langere remweg zodat je niet stevig in de remmen moet.  Dan heb je voldoende aan het gebruik van de achterrem. Volstaat de achterrem niet (dus veel te laat geremd) dan rem je gelijktijdige met de achterrem en voorrem, maar concentreer je op voorzichtig remmen met de voorrem.

In bochten mag je enkel matig remmen en dat doe je ook progressief. Plots hard remmen in bochten is gevaarlijk omdat je Vespa de neiging heeft zich recht te trekken. Bovendien is remmen bij nat of vuil wegdek in een bocht riscant omdat je voorwiel dan makkelijker onderuit gaat. De basisregel is dat je altijd vóór de bocht vertraagt tot de gepaste snelheid. Als je remmend een bocht bent in gegaan,  dan moet je progressies de remkracht minderen, en niet plots de rem volledig lossen (zie ook bochtentechniek).

Denk eraan, de grootste pretbedervers zijn natte witte lijnen en zebrapaden, putdeksels, kiezel en zand. Volgens de wet van Murphy vind je die allemaal in bochten. Dan blijf je van de voorrem!

Ben je te onzeker om de remtechniek in de vingers te krijgen dan is het aangeraden een Vespa met ABS te kopen. Verschillende Vespa modellen zijn er mee uitgerust. Het is een veilige keuze voor de onervaren rijder en sowieso een aanrader voor iedereen.

Alle remmen los

Het belangrijkste over remmen hebben we voor het einde bewaart. Vol in de rem gaan is geen aanrader. Moet je echt een noodstop maken of kan je nog uitwijken? Je hebt meestal maar luttele seconden om die beslissing te nemen en niemand weet of hij dan snel de juiste beslissing neemt. Goede raad is dan makkelijk te verkopen, maar zie je toch een kans om te ontwijken, probeer het dan. En rijd er iemand dwars over je rijrichting, dan hebben de Engelsen een mooie spreuk: "steer for the stern" oftewel mik op z'n kont, want die kan alleen maar verder weg zijn tegen dat je daar bent. Maar voor al die gekke toestanden moet je wel vlotjes kunnen slalommen.


OM TE DRAAIEN MOET JE STUREN (WAT VOLGT ZAL OOIT JE LEVEN REDDEN)

Sturen kan iedereen, dat gaat toch vanzelf? Zolang je geen moeite moet doen gaat het inderdaad vanzelf. Het probleem stelt zich wanneer je merkt dat je te kort of te wijd de bocht bent in gegaan. Het overkomt iedereen wel eens. Je kan dan nauwelijks corrigeren, en leunen of bijsturen helpt dan helaas niet. Het internet staat vol met filmpjes van scooterrijders die een hindernis makkelijk zouden kunnen ontwijken maar toch rechtdoor rijden en er tegenaan knallen, ook al proberen ze uit alle macht te draaien. Hoe kan dat nu?

Lees zeker verder want de volgende rijtechniek zal vroeg of laat je leven redden, en dat bedoel ik letterlijk.

Het gaat vanzelf

Iedereen kan een bocht nemen met een motorfiets, maar velen kennen de juiste techniek niet om veilig een gecontroleerde bocht te maken en hem indien nodig te corrigeren. Iedere motorrijder krijgt deze methode aangeleerd tijdens een degelijke rijopleiding. Toch kennen veel oudere motorrijders die nooit een opleiding hoefden te volgen deze belangrijke maar eenvoudige techniek niet.

Verderop leggen we uit hoe de techniek aan te leren, hoe die werkt, en waarom die zo belangrijk is, maar we tonen eerst hoe we op de juiste manier een bocht nemen. Het kan niet eenvoudiger en je bent nooit te oud om het te leren. Na een paar ritten doe je het zonder nadenken en wil je nooit meer terug. Om naar links te draaien duw je de linkerhandgreep naar voor. Om naar rechts te draaien duw je de rechterhandgreep naar voor. Zo eenvoudig is het.

 Links duwen om links te draaien - rechts duwen om rechts te draaien 

Je gebruikt deze methode trouwens al sinds je als kind met de fiets leerde rijden, maar beseft het zelf niet. En daar zit nu net het gevaar. Het is belangrijk deze techniek aan te leren en continu en bewust toe te passen, zodat je hem  in alle omstandigheden gebruikt, ook in noodsituaties.

De techniek noemt tegensturen (eng. countersteering), maar laat je niet afschrikken door die vreselijke naam. Het is dé techniek om op eenvoudige wijze een bocht mooi, veilig en gecontroleerd te nemen met de scooter en motorfiets. Het is ook de enige manier om een bocht op elk moment te corrigeren, want met leunen of je kont wiebelen lukt dat niet. Let wel, de techniek van tegensturen bij tweewielers heeft absoluut niks te maken met slippen en tegensturen met een uitbrekende auto.

Maar ik rijd al jaren zonder ongeval, ik kan toch wel sturen zeker. Waarom zou ik die techniek dan in godsnaam moeten leren? Ik ben trouwens geen racepiloot en rij maar met een Vespa. Als dat vanzelf gaat zonder nadenken, dan is alles toch dik in orde? Helemaal niet!

Doen zonder denken

Veel rijders denken dat ze hun stuur naar rechts draaien om naar rechts te gaan, of dat ze met lichaam leunen om het gewicht te verplaatsen en zo hun motorfiets vanzelf draait. Beide veronderstellingen zijn helemaal fout. Nochtans gebruiken alle motorrijders, ook zij die er nooit van hoorden, de techniek van tegensturen zonder nadenken, en daar ligt nu net het probleem. Beeld je volgende situatie in als je de techniek niet kent:

Je neemt een bocht naar rechts iets te wijd. Je belandt op het vak van de tegenligger en ziet een auto op je afkomen. Instinctief doe je wat logisch lijkt. Je leunt naar rechts en draait je stuur naar rechts om de auto te ontwijken. Helaas draait je Vespa daardoor naar links en rij je frontaal op de auto. Dit is een veel voorkomend dodelijk type ongeval bij motorrijders, samen met uit de bocht gaan. Zo simpel en vanzelf gaat dat zonder nadenken. Tja, zonder nadenken.

Elke ervaren rijder kent tegensturen als de enige correcte manier om een bocht te nemen. Wil hij korter draaien in zijn rechtse bocht, dan duwt hij simpelweg wat meer op zijn rechterhandgreep en komt mooi terug op zijn eigen rijvak. Hij kan zich niet vergissen want hij stuurt altijd zo. Tja, zonder nadenken... omdat het een gewoonte is. Dit noemen we bewust of positief tegensturen. Maar omdat hij de techniek altijd gebruikt zal hij sowieso niet op het vak van de tegenligger komen. Als hij nog maar een beetje naar links afwijkt drukt hij gewoon een beetje meer op zijn rechterhandgreep. Poepsimpel.

Oefening baart kunst

Deze video toont duidelijk vlotjes draaien met één vinger
Meer interessante video's op Greg's MotoJitsu Youtube
Kijk voor je gaat oefenen eerst even naar de demo video hiernaast die perfect toont hoe eenvoudig de techniek is. De bedoeling is dat je dit zo regelmatig oefent dat het uiteindelijk een automatisme wordt en je elke rit, bij elke bocht zo stuurt. Zo heb je op elk moment in elke (nood-) situatie altijd de juiste reactie.

Eens je ermee weg bent zal je nooit nog een bocht op de oude manier willen nemen. Je voelt al snel dat je volledige controle hebt over je draai en op ieder moment in de bocht kunt corrigeren. Hoe leer je dat nu?

Vertrek met je Vespa en zoek een lange rustige weg. Rij zo'n 40 km/h mooi rechtdoor, tegen het midden van de baan aan, en druk om te beginnen zéér zachtjes en langzaam met je rechterhand de rechterhandgreep van je stuur vooruit. Je gaat als vanzelf naar rechts en je moet maar zeer weinig kracht zetten om je draai te controleren. Daarna zachtjes je linkerhandgreep naar voor duwen om terug naar links te zwenken. Je hebt nu doelbewust tegensturen toegepast. Te onthouden met één eenvoudige regel:

Links duwen om links te draaien - rechts duwen om rechts te draaien

Oefen eerst door op een rechte baan zachtjes van links naar recht te zwenken tot het in je vingers zit en begin dan pas met bochten. Oefen ook om snel te slalommen, het zal je later nog van pas komen. De druk dient enkel uitgeoefend te worden voor het regelen van de draai en tijdens de draai zelf is vrijwel geen kracht nodig, tenzij je de draai wil corrigeren. Het effect van tegensturen begint pas vanaf zo'n 20 km/h, maar bij zeer lage snelheden is draaien sowieso geen probleem.

Je zult merken dat je maar zeer weinig kracht nodig hebt om een mooie bocht te maken. Bovendien kan je de kracht op het stuur, en dus ook je draai, perfect doseren. Hoe meer je de handgreep naar voor duwt, hoe korter je draait. Bij een scherpere bocht, hogere snelheid of bij snel reageren heb je meer druk op de handgreep nodig. Dan gebruik je best beide handen. Je duwt op de handgreep aan de kant waar je naartoe wilt en trekt tegelijk zacht aan de andere handgreep. Dat gaat al snel zonder nadenken. Het resultaat is meer zelfvertrouwen en minder paniek in de bochten.

Als je met een zware motorfiets tegen hoge snelheid door een korte bocht gaat moet je zelfs stevig duwen met de ene hand, trekken met de andere hand en de benzinetank tussen de benen klemmen. Maar we gaan hier niet de Valentino Rossi uithangen. Wij moeten niet zoveel moeite doen, maar we moeten ook tegensturen of we gaan met onze lichte wendbare Vespa des te makkelijker en sneller de verkeerde kant op. Lees die laatste zin nog een keer als je denkt dat tegensturen enkel voor zware motoren is.

Ga je in een rechtse bocht te ruim, en wil je nog korter draaien, dan duw je gewoon wat meer op de rechterhandgreep. Nam je de rechtse draai te kort en wil je ruimer gaan, dan duw je op de linkerhandgreep.

Ga je een linkse bocht te ruim, en wil je korter draaien, dan duw je wat meer op de linkerhandgreep. Nam je de linkse bocht te scherp duw je op de rechterhandgreep. Eenvoudig, en je verleert het nooit meer, net als fietsen.

Duw aan de kant waar je naartoe wilt

Het is ook de ideale methode om op een rechte baan snel links-rechts te slalommen om een remmende voorganger, put of obstakel te ontwijken. Ook bij rijden in formatie is snel reageren cruciaal wanneer iemand voor je valt. Zonder tegensturen heb je veel meer afstand nodig om een obstakel te ontwijken en ga je meestal erop en erover.

Regelmatig rond putdeksels slalommen is trouwens ideaal om je techniek op peil te houden. Je zal snel merken dat je veel vlotter en korter kan zigzaggen dan vroeger. Zo train je je reflexen voor die ene keer dat die peuter opduikt. Neem gerust de tijd om je handigheid met tegensturen geleidelijk aan op te bouwen. Goede tips om snel te ontwijken in deze video.

Het is natuurlijk niet de bedoeling om deze stuurtechniek te gebruiken om sneller door de bocht te vliegen. Laat dat maar aan de racers op het circuit over. Je gebruikt tegensturen om veiliger door de bocht te gaan en vroeg of laat je vel te redden!

Ja maar

Video: je zou van minder leren tegensturen
Mocht je nog niet overtuigd zijn van het nut om vandaag nog met tegensturen te beginnen, dan heb ik een duidelijk filmpje over het niet begrijpen van tegensturen. De motorrijder probeert uit alle macht een brandweerwagen te ontwijken door zijn stuur naar rechts te draaien, waardoor hij naar links gaat. Omdat hij niet begrijpt wat er gebeurt tracht hij meermaals maar naar rechts te sturen en gaat hij telkens verder naar links.

Kijk het korte filmpje helemaal uit. De slow-motion beelden tonen mooi wat er gebeurt. Dat overkomt vroeg of laat iedereen die  in een noodsituatie instinctief zijn stuur draait in de richting waar hij naartoe wil. Weet dat je al vanaf 25 km/h zo'n dodelijke capriolen maakt zonder tegensturen. De man overleefde het dankzij het snelle ingrijpen van de reddingsploeg in de brandweerwagen waar hij op knalde. Van geluk gesproken! Bekijk hier het filmpje.


Hoe werkt dat tegensturen?

Naar rechts sturen om naar links te draaien, het klinkt zo tegennatuurlijk en onlogisch, tot je begrijpt waarom. Een motorfiets reageert heel anders dan een auto en stuurt daardoor tegenovergesteld. Volg even mee...

Door je linkerhandgreep naar voor te duwen draait het stuur naar rechts. Je Vespa wil naar rechts. Door de centrifugale kracht kantelt je Vespa echter naar linksbuiten. Bovendien beweegt door naar rechts te sturen het voorwiel zich vanonder het zwaartepunt van je Vespa naar rechts, waardoor je Vespa nog meer naar links kantelt, wat ideaal is voor een linkse bocht, en daar ga je dan ook vanzelf naartoe. Dit alles gaat heel geleidelijk en subtiel met slechts een kleine beweging van het stuur. Je stuurde dus naar rechts en draait naar links!

En omdat je de kracht op het stuur perfect kunt doseren kan je het kantelen en dus je bocht nauwkeurig controleren. Dat maakt tegensturen zo veilig, eenvoudig én geweldig. Gelukkig moet je al dat natuurkunde gedoe niet kennen. Bovendien moet je niet leren naar rechts te sturen om naar links te gaan want zo zou zelfs de beste motorrijder tilt slaan. Daarom is er de simpele regel die intuïtief en makkelijk te onthouden is: rechts duwen om rechts te draaien, en links duwen om links te draaien.

Hoe draait dan iemand die tegensturen niet kent? Een onwetende rijder zal een bocht naar rechts altijd "inzetten" door snel even links te sturen om vervolgens naar rechts te kantelen. Hij zal dus onbewust tegensturen, net zoals hij met zijn fiets doet. Denk je dat je zelf nog nooit tegensturen hebt gebruikt? Let maar eens op de subtiele links-rechts beweging vóór je een rechtse draai neemt. Helaas moet je daarna maar "hopen" om met de gekozen draai door de bocht te komen, want je weet niet hoe de draai te doseren of te corrigeren. Daarom is het zo belangrijk om positief (bewust) tegensturen aan te leren.

Leve Isaac Newton

Maar hoe zit dat nu met die kont? Als je naar rechts leunt dan draai je toch naar rechts? Nee hoor, de neiging van een motorfiets om zijn richting te behouden is veel te sterk. Er is een duidelijke video waarbij een motorrijder het stuur los laat en voluit opzij leunt aan vaste handgrepen, De motorfiets wijkt nauwelijks af van zijn richting, en dat is maar normaal, want zo gaat dat volgens de natuurkundige wetten.

Door behoud van momentum (wet van Newton) blijft een motorfiets zijn richting behouden. Bovendien willen ook de draaiende wielen door het gyroscopisch effect hun oriëntatie behouden. In de video gyroscopisch effect wiel zie je hoe een wiel absoluut rechtop wil blijven. Omdat het wiel van een motorfiets veel zwaarder is dan een fietswiel, is de kracht om zijn oriëntatie te behouden bij een motorfiets nog veel sterker.

Je dwingt een motorfiets niet tot kantelen en draaien met wat leunen. Zo zie je maar dat leunen in de bocht een fabeltje is. Je moet natuurlijk leunen in de bocht, maar niet om te draaien, wel omdat je anders door de middelpuntvliegende kracht naar buiten toe van je motor valt. Laat je niks wijsmaken. Geen enkele motorrijder kan vlotjes door bochten sturen of slalommen met leunen of z'n kont.

Leer dus tegensturen, want we moeten de wetten van de natuur gehoorzamen.


VEILIG DOOR DE BOCHTEN

Vlotjes en veilig door de bocht is een kunst
Al dat remmen en sturen is goed en wel, maar onaangepaste snelheid en uit de bocht gaan zijn de belangrijkste oorzaken van ongevallen bij motorrijders. Statistieken tonen elk jaar opnieuw dat uit de bocht gaan, zelfs tegen gematigde snelheden, een van de meest voorkomende ongevallen is.

De voornaamste boosdoener, na overdreven snelheid, is een foute manier om de bocht te nemen of om obstakels te omzeilen. Nu denk je, maar ik kan toch wel een bocht nemen? Ook al lukt het meestal, daarom doe je het nog niet juist. Zorg eerst dat je de stuurtechniek (hierboven) onder de knie hebt voor je aan het bochtenwerk begint, zodat je fouten in de bocht altijd kunt corrigeren!

Niet met mij

Iedereen heeft de situatie al meegemaakt: vlotjes door een rechtse bocht, lekker de binnenkant nemen, maar daarna net niet kort genoeg kunnen draaien. Je beland op het vak van de tegenligger en de alerte autobestuurder kan je rakelings ontwijken. Net niet op slag dood. Geef het toe, het overkomt iedereen wel eens. En de linkse bocht, mooi genomen denk je dan, maar uiteindelijk toch net rechts in de goot en al zwalpend dat verkeersbord gemist. Lucky you, want velen kunnen het niet navertellen. Hoe kan dat nu, zo voorzichtig rijden en toch in die situatie belandde?

Door de bocht

Om veilig door de bocht te gaan zijn er enkele belangrijke regels. Respecteer er eentje niet van en je maakt het jezelf onnodig moeilijker.

Rem vóór de bocht, en liever te vroeg dan te laat, want als je plots hard moet remmen in een bocht trekt je Vespa recht, en remmen in een bocht als het regent is zeer riskant. Rem op droog wegdek met voorrem én achterrem, maar concentreer je op de voorrem (zie ook remtechniek). Ga de bocht in aan de snelheid die jij zelf veilig vindt, en laat je snelheid nooit bepalen door wie voor of achter jou rijdt.

Eens op de juiste snelheid geef je in de bocht net genoeg gas om je snelheid aan te houden. Je houd niet in en geeft je geen gas bij. Geef niet plots meer gas, maar los je gas ook niet plots. Rem nooit plots hard, maar los de rem nooit plots van hard remmen naar niet remmen. Remmen en gas geven in een bocht doe je dus altijd progressief, geleidelijk aan. Zo blijft je Vespa mooi stabiel.

Wees zeer voorzichtbij bij een blinde bocht. Dat is een bocht of U-bocht waar je zicht op de volledige bocht is versperd door een gebouw, beplanting of een rots. Hier ga je altijd langzamer de bocht in. Neem de bocht wijd, zodat je sneller een zicht hebt op het einde en geef pas gas bij als je het einde  van de bocht volledig ziet. Neem de bocht ook niet té wijd. Te wijd in een rechtse bocht en je botsts op het tegenverkeer  dat je niet ziet aankomen. Te wijd in een linkse bocht en je gaat de greppel in.

Ben je al remmend te snel in de bocht gegaan, behoud dan de remkracht van je voorrem en verminder de remkracht progressief. Hoe schuiner of korter je draai wordt, hoe minder remkracht je geleidelijk aan gebruikt. Verander de verhouding tussen draaien en remmen dus geleidelijk aan, bijvoorbeeld draai/remkracht = 0/90, 20/80, 30/70, 40/60... 90/10, 100/0. Zo verlies je maximaal aan snelheid maar blijft het draaien ondertussen veilig. Laat de rem niet plots helemaal los.

Ga je te snel, en ben je al een stuk in de bocht zonder te remmen, rem dan progressief meer en meer, maar hoe schuiner je gaat draaien, hoe geleidelijk aan je weer minder en minder gaat remmen. Rem nooit plots hard in een bocht terwijl je snel én zeer schuin rijdt.

Hoe schuiner, hoe progressief minder hard remmen, en niet plots de rem lossen.

Eens voorbij de helft van je bocht kan je beginnen gas bijgeven. Hoe rechter je komt, hoe meer gas je progressief mag geven. Vervolgens, en enkel als je het einde van de bocht ziet én vrijwel recht bent kan je veilig echt gas geven. Geef halverwege de bocht geen gas bij, als je nog sterk moet draaien of als je nog niet kunt zien waar je heen gaat.

Vóór de bocht vertragen, in de bocht snelheid aanhouden, einde zien, recht komen, uit de bocht gas geven.
(traag in & snel uit)

Zonder de juiste kijktechniek kan je nooit vloeiend door een bocht. Om te weten hoe je de bocht moet nemen moet je het einde van die bocht kunnen zien. Daarom draai je ruim en laat in, waardoor je een beter zicht hebt. Als je kijkt naar de uitgang van de bocht dan stuur je daar ook naartoe. Kijk je naar de baan, de tegenligger of de greppel dan ga je daar helaas ook naartoe (target fixation).

Kijk door je hoofd volledig richting uitgang bocht te draaien, niet enkele je ogen draaien.

Het is dus vooral belangrijk om vóór de bocht de vertragen, of je maakt het jezelf alleen maar moeilijk. Nam je de bocht te snel, dan kunnen de beste stuur- en bochtentechnieken je niet redden. Dit is trouwens één van de meest voorkomende én dodelijkste fouten van motorrijders.

Waar te beginnen is belangrijk

Lijnkeuze is zeer belangrijk. Vóór je de bocht in gaat moet je weten hoe je die bocht gaat kunnen nemen, en aan welke snelheid. De lijn die je kiest hangt af van hoe scherp en hoe lang de draai is, de breedte van de rijvakken, het zicht op het einde van de bocht, en de staat van het wegdek. Hoe minder je weet, hoe trager je moet rijden vóór je de bocht in gaat. Voor alles wat je niet weet, ga je van het ergste uit. Zie je het einde van de bocht niet, dan moet je niet hopen dat de bocht wel gaat meevallen. 

Laat ons beginnen met de rechtse bocht. Onderaan links zie je de makkelijkste route, door het midden van je rijvak naar het midden. Je hebt een goed zicht op de bocht en je kunt vlot doorrijden. Je hebt steeds voldoende ruimte om te corrigeren. Dit is de ideale route voor de voorzichtige of onervaren rijder.

In het volgend voorbeeld vertrekt de ervaren rijder vanuit de linkerkant. Hij zet de bocht later in maar draait korter en gaat dan langs de binnenkant de bocht uit (late apex of square off). Door de late apex heb je een zeer goed zicht op de bocht. Nog voor de apex is zijn draai vrijwel voltooid en kan hij daardoor veel sneller uit de bocht rijden. Hij heeft ook nog een marge om te corrigeren als hij niet te snel gaat.

In het laatste voorbeeld zie je dat de rijder uiterst rechts begint (voorzichtig denk je dan) maar pas veel te laat kan beginnen draaien. Bovendien heeft hij een zeer beperkt zicht op de bocht. Zelfs bij een matige snelheid kan hij doorschieten naar het vak van de tegenligger en moet hij in de remmen, wat gevaarlijk is. De veiligste route is dus midden, midden, midden.


Even wat uitleg over de apex. Dit is het dichtste punt, gekozen door de rijder, tussen hem en de binnenkant van de bocht. Onthoud altijd dat een late apex (verder in de bocht) veiliger is en het beste zicht geeft op de bocht (middelste voorbeeld). Bij een vroege apex heb je veel kans dat je uit de bocht gaat en heb je bovendien een slecht zicht. Draai dus altijd zo laat mogelijk in, en zeker nooit te vroeg.

De apex exact halverwege de bocht, de zogenaamde "ideale lijn", van uiterst links via de binnenkant naar uiterst links, houd meer risico's in dan een late apex omdat je minder zicht hebt op het tegenverkeer en desondanks de apex mooi halverwege de bocht moet plaatsen. Ben je iets te vroeg dan ga je op het vak van de tegenligger. Laat de ideale lijn voor op het circuit.

Bij een bocht naar links duikt een ander probleem op. Hier hoef je niet je best te doen om kort te draaien want dan kom je op het vak van de tegenligger. Het spreekt voor zich dat bij een linkse bocht de apex nooit dicht bij het vak van de tegenligger mag liggen. De bocht afsnijden is kamikaze spelen. Links zie je de veiligste route. Je begint in het midden of rechts om het beste zicht op de bocht te hebben en gaat via het midden naar het midden. Je hebt steeds een goede marge om te corrigeren.

In het rechtervoorbeeld zie je het gevaar voor de te voorzichtige rijder die uiterst rechts blijft. Hij heeft absoluut geen marge om te corrigeren en zelfs een kleine afwijking, of iets te snel door de bocht, stuurt hem recht in de greppel of tegen een verlichtingspaal.


Ga altijd ruim de bocht in en draai niet te vroeg in. Ben je wat onzeker en wil je op veilig spelen, ga dan zeker niet uiterst rechts rijden, of het nu om een linkse of rechtse bocht gaat. Zelfs een ervaren rijder kan dan bij de minste fout niet meer tijdig corrigeren. Weet dat de motorrijder het recht heeft om zijn volledige rijvak te gebruiken.

Rem steeds af vóór de bocht want bij remmen in een bocht heeft een motorfiets de neiging om recht te trekken, en rechtdoor schieten is nu net wat je wil vermijden. Hoe harder je remt, hoe gevaarlijker het effect.  Ga je toch te snel, rem dan voorzichtig met de achterrem en blijft je draai corrigeren zodat je niet naar buiten gaat. Helaas zit je dan sowieso al in een ingewikkelde en gevaarlijke situatie.

De gevaarlijkste bochten

Ik wil hier nog even een zeer gevaarlijke situatie toelichten. Wijde bochten die halverwege plots scherper worden, scherpe bochten die halverwege wijder worden en U-bochten zijn de dodelijkste bochten voor motorrijders. Dit komt omdat je plots verplicht bent om je draai sterk te corrigeren. Men tracht bij aanleg van wegen zulke bochten te vermijden, maar soms laat het landschap geen veilige bocht toe. Dit zijn dé bochten die je plots overvallen omdat je de volledige draai niet goed op voorhand kunt inschatten. Zonder de juiste stuur- en bochtentechniek loopt dit dikwijls fataal af. Laat je niet verrassen en zorg dat je de technieken in de vingers hebt!

Wees extra voorzicht in een blinde bocht. Dat is een bocht of U-bocht waar je zicht op de volledige bocht is versperd door bijvoorbeeld een rots, begroeiing of gebouw. Hier ga je altijd langzamer de bocht in. Neem hem wijd en blijf helemaal richting uitgang kijken zodat je een beter zicht krijgt op het einde. Neem de bocht ook niet té wijd. Te wijd in een rechtse bocht en je botst op het tegenverkeer dat jou niet ziet aankomen. Te wijd in een linkse bocht en je gaat de greppel in.

Kruispunten zijn andere koek

Op kruispunten zijn er andere weggebruikers die onze weg kunnen kruisen en moeten we er voor zorgen dat we zelf zien én gezien worden. In het linkse voorbeeld hieronder zien we de enige correcte manier om links af te draaien. Je rijdt langzaam het kruispunt op en neemt zo laat mogelijk een korte draai naar het veilige midden van het zijvak. Door de trage snelheid zal je geen andere weggebruikers verrassen, want zij zien je dikwijls pas laat aankomen (zie blauwe zichtlijn).

In het tweede voorbeeld zien we een veel voorkomende en soms fatale fout. Je ziet geen auto en je  snijdt de bocht af richting zijstraat. Hierdoor kruis je het rijvak van de auto of rijd je vlak voor hem in. Ook hier hebben jij en de autobestuurder een beperkt zicht. Daarom stoppen autobestuurders gewoonlijk pas vrijwel op de dwarsweg om een verder zicht te hebben (zie blauwe lijn). Tegen de tijd dat jij en de autobestuurder beseffen wat er gebeurt ben je al aan de draai begonnen en kan je hem niet meer ontwijken. Erger nog, als de bestuurder van zijn links geen auto's ziet aankomen denk hij - terecht - vlot naar rechts te kunnen afdraaien en dan botsen jullie zelfs frontaal.


In het derde voorbeeld zien we dezelfde korte draai aan langzame snelheid. Bij rechts afslaan is het belangrijk om in de linkerkant van je eigen rijvak te beginnen. Zo zien jij en de weggebruiker in de rechtse straat elkaar tijdig, en kan je mooi draaien.

Het laatste voorbeeld toont dat bij sneller inrijden je draai groter is en je op het andere rijvak komt. Bovendien mag je niet uiterst rechts in je rijvak rijden want dat kan je niet tijdig je draai inzetten tenzij je zeer traag rijdt. Bovendien zal je mekaar later zien aankomen. Ook hier is uiterst rechts houden altijd fout.

Deze methodes gelden buiten kruispunten natuurlijk ook voor het indraaien van zijstraten en voor het oprijden vanuit een zijstraat, ook waar er geen bebouwing is en je goed zicht hebt op de zijstraten. Je mag dan wel weten dat er geen auto aankomt maar je moet nog wel je draai halen en niet in de greppel of berm belanden. Snelheid minderen en pas op de kruising een korte draai nemen is de regel.

Veel rijders denken sneller links af te slaan door de bocht af te snijden. De voorzichtige rijder zal inderdaad trager en later aan de bocht beginnen maar kan na zijn korte draai wel veel vroeger volgas geven. Wie vlotjes de bocht afsnijd moet dikwijls nog gas terugnemen of zelfs remmen en corrigeren om de stoep van de zijstraat niet te raken. Bovendien is het afsnijden van de draai levensgevaarlijk in een bebouwde omgeving waar je het verkeer van links niet tijdig ziet aankomen. De seconde die je denkt te winnen is het risico niet waard!

Tip voor krampen in hand, pols of arm

Heb je tijdens een lange rit krampen in je hand, pols of onderarm? Dit is vrijwel altijd het gevolg van te stevig je stuur of gashendel vast te houden. Helemaal niet nodig, en veelgemaakte fout bij beginners die nog wat onzeker zijn. Voor het sturen en bedienen van de gashendel hebt je vrijwel geen kracht nodig. Let er op om je armen te ontspannen door ze een beetje te plooien. Dit gaat makkelijk door iets verder naar voor te zitten of voorover te buigen. Ontspan ook je grip rond het gas, want dat bedien je met een minimale kracht. Relax!


RIJDEN IN GROEP MET DE CLUB

Tijdens de ritten van onze club staat veiligheid voorop. Daarom zijn goede afspraken belangrijk. Hoe moet je rijden in groep, waar je moet op letten, en wat zijn de taken van de wegkapiteins. Zorg dat je deze regels kent voor je in groep gaat rijden. Deze regels zijn onderdeel van ons reglement. Vul je tank vóór elke rit met de club. Zonder benzine vallen of na 10 km moeten tanken is niet leuk voor de groep. 

Volgorde Groep

De eerste man, meestal de voorzitter, is diegene die de rit stuurt, het tempo aangeeft en de nodige richtlijnen aan de wegkapiteins geeft bij het naderen van kruispunten. Hij wordt gevolgd door de wegkapiteins in formatie en de fotograaf. Om het inschuiven van de wegkapiteins te vergemakkelijken volgt de rest van de groep op zo'n 5 a 10 meter van de kop.

De gebruikelijke volgorde voor de groep zelf is als volgt: onervaren rijders en lichtere Vespa's vooraan, waar de snelheid het laagst is, gevolgd door de duorijders, de rest van de rijders en de staartman van de groep. Het staat iedereen echter vrij haar of zijn positie in de groep te kiezen, bijvoorbeeld voor of achter je partner, maar dat is geen must. In het begin van de rit kan je je positie in de groep nog wel corrigeren maar eens we enkele kilometers verder zijn veranderen we niet meer van positie om alles veilig te houden.

Spelregels Vespisti

Zorg steeds voor voldoende afstand en blijf in je spoor
Waar het verkeer het toelaat moet je in geschrankte formatie rijden met voldoende afstand (2 & 1 seconden regel). Bij smalle of bochtige rijbaan, nat wegdek of slechter zicht rij je in één enkele rij met minstens 2 seconden tussenafstand.

Wie links rijdt moet naar rechts inschuiven om de wegkapiteins door te laten die van achteraan terug naar voor rijden. Wegkapiteins nemen op smalle wegen geen risico's om toch vooraan te geraken.

Het kan voorkomen dat we met de ganse groep moeten omdraaien (verkeerd gereden, versperring). In dat geval volgt iedereen achter zijn voorganger en keren we netjes na mekaar op de plaats waar de eerste stond. Niet allemaal tegelijk keren want dan zo creëer je chaos en haal je de volgorde van de groep overhoop, met alle onnodige inhaalmanoeuvres en risico's nadien.

De vespisti in groep volgen steeds de aanwijzingen van de wegkapiteins op, maar kijken ook zelf altijd of de verkeerssituatie veilig is. Vertrouw nooit volledig op de wegkapiteins. Zij kunnen niet altijd alles tijdig afzetten. Bij voorrang van rechts kunnen ze veelal niet alle rechtse straten afzetten. Kijk altijd zelf of het kruispunt veilig is, ook al is het afgezet door wegkapiteins. Er zijn soms auto’s, motorrijders of fietsers die de wegkapiteins compleet negeren!

Indien je de achteropkomende wegkapitein niet hebt opgemerkt en toch links blijft rijden zal hij even beleefd claxonneren, waarna je alsnog inschuift. Dit is enkel bedoelt om aan te geven dat hij in aantocht is. Het is niet de bedoeling dat de wegkapiteins op het linkse of tegenliggende rijvak moeten rijden om te kunnen inschuiven en zo onnodige risico’s nemen.

Als je merkt dat een of meerdere personen achteraan de groep ontbreken, claxonneer dan drie maal kort, en herhaal dit als je signaal niet werd doorgegeven. Iedereen die dit hoort geeft dit signaal verder naar voor totdat de voorzitter ook weet dat de groep niet meer volledig is. Een wegkapitein kan op de route terugkeren om na te gaan wat het probleem is.

Ben je zelf de groep kwijt, bijvoorbeeld door een verkeerde afslag te nemen, stop dan en rij terug tot waar je nog samen was met de groep. Probeer nooit zelf de groep vinden. Eens men weet dat je ontbreekt zal een wegkapitein terugkeren tot hij je tegenkomt. Ga je zelf rondrijden dan vind men je nooit terug. Weet dat we tijdens het rijden nooit de GSM opnemen. Stuur een SMS naar de voorzitter of een vriend in de groep, vermeld waar je staat en eventuele herkenningspunten. Eens de groep stopt zal men de GSM controleren om te zien waar je staat. Samen uit, samen thuis!

Onderaan deze pagina vind je alle mogelijke handsignalen voor het rijden in groep.

Spelregels Wegkapiteins

Elke wegkapitein draagt steeds het verplichte fluo hesje met de tekst wegkapitein op de rug en gebruikt het C3 stopbordje om dwarsverkeer stil te leggen. Hij respecteert steeds de verkeersregels en snelheidslimieten. Hij neemt geen onnodige risico’s en stelt veiligheid van de groep en zichzelf boven alles!

De wegkapitein moet steeds op een veilige manier naar voor rijden en mag de vespisti in de groep niet in gevaar brengen door bruuske manoeuvres. Hij neemt op smalle wegen geen risico's om toch vooraan te geraken. Als het te druk is of de groep te groot, en hij daardoor niet tijdig vooraan geraakt om een weg af te zetten, dan moet de groep zo nodig maar stoppen.

Wegkapiteins steken nooit andere wegkapiteins voorbij tijdens het naar voren rijden of bij het inschuiven in de kop van de groep, tenzij de andere wegkapitein is opgehouden of even blijft hangen voor een praatje of dergelijke. Hij zal dan teken doen dat je voor mag. De handsignalen voor wegkapiteins vind je ook onderaan deze pagina.

Zie ook wegcode voor motorrijders in groep.

Handsignalen

Klik om te vergroten
Om te communiceren tijdens het rijden in groep bestaan er standaard internationale handsignalen voor motorrijders. Wij gebruiken in onze club vooral obstakel, pinker nog aan, langzamer, op één rij rijden en volg mij. Klik de afbeelding rechts om te vergroten.

De groet tussen motorrijders, de linkerarm strekken en twee vingers in V vorm naar beneden tonen, staat er niet bij maar wordt wel door alle rijders gewaardeerd en beantwoord.

De kopman die de groep stuurt heeft zo zijn eigen handsignalen voor de wegkapiteins. Al naargelang hoeveel vingers hij opsteekt en in welke richting hij vervolgens wijst, weten de kapiteins met hoeveel ze vooruit moeten, hoe ze de kruising moeten afzetten en waar de groep naartoe gaat. Eens ter plaatse kan een wegkapitein echter beslissen dat hij de kruising niet veilig kan afzetten (snel aankomende auto's, file, enz.) en zal dan teken doen dat de groep moet stoppen. Hieronder de handsignalen die binnen onze club door de kopman gebruikt worden (geen officiële of internationale signalen).

  • Twee vingers en naar voor wijzen = op volgende kruispunt de voorrangsbaan volledig afzetten om over te steken
  • Twee vingers en naar links wijzen = op volgende kruispunt de voorrangsbaan volledig afzetten om naar links af te slaan.
  • Een vinger en naar rechts wijzen = op volgende kruispunt de voorrangsbaan links afzetten om rechts af te slaan.
  • Een vinger en naar voor wijzen = de eerstvolgende zijstraat met voorrang van rechts afzetten (bij een kruispunt met voorrang van rechts zijn twee wegkapiteins veiliger indien de groep rechtdoor gaat)
  • Een vinger en naar links wijzen = de rijbaan aan de volgende linkse zijstraat afzetten om de groep links in te laten draaien.
  • Een vinger omhoog en rondjes draaien = de eerstvolgende rotonde afzetten.


RIJTECHNIEK VIDEO'S

Greg's website voor rijtechnieken
Wil je meer kennis verwerven over rijtechnieken, dan zijn de MotoJitsu video's van Greg (Fast Eddie) een uitstekende bron. Greg Widmar is een zeer ervaren rijinstructeur die all rijtechnieken duidelijk uitlegt en demonstreert in duidelijke video's. Alle getoonde technieken zijn ook van toepassing én belangrijk voor Vespa-rijders. Vooral volgende video reeksen zijn een echte aanrader:
Zoveel dingen te ontdekken en te leren. Of zoals Greg het zegt, shut up and practice!


EHBO VOOR VESPA & MOTORRIJDERS

Een ongeval is snel gebeurd en dan is het belangrijk te weten wat je moet doen, maar ook wat je niet mag doen. Het is een aanrader om een EHBO cursus te volgen, want daarmee kan je echt levens redden, maar ook zonder kennis van EHBO kan je levensreddende hulp bieden!

Bij ongevallen met motorrijders zijn er enkele specifieke zaken om op te letten en kan je niet zomaar het slachtoffer verplaatsen of behandelen. Wat moet je doen als je getuige bent van een ongeval met Vespisti of andere motorrijder? Lees alles op onze EHBO voor Vespa & Motorrijders.







Dirk Rijmenants 2019